De kokosnoot van South Sudan

Spinazie, pinda’s en uien zijn naast rijst en bruine bonen zo ongeveer de enige groenten en het enige fruit dat op de markt te krijgen is. In gebieden waar kinderen honger lijden en weinig te eten hebben zie je ze de hele dag op delen van de noot kauwen.

Borassus aethiopum

Borassus aethiopum is een Afrikaanse soort van de Borassus-palm. In het Engels wordt het ook wel Afrikaanse waaierpalm, Afrikaanse palmyrapalm, delebpalm, ronpalm, grogpalm, zwarte rhunpalm, rônierpalm (uit het Frans) genoemd.

De Borassus aethiopum boom is een solitair staande palm tot 25 meter hoog en 1 meter in diameter aan de grond. In Zuid Sudan komen de bomen overal voor en staan verspreid tussen de nederzettingen en de mangobomen. In Noord Uganda zijn uitgestrekte vlakten te vinden waar deze boom eindeloos veel voorkomt, vaak met nauwelijks andere bomen er tussen.

Er zijn mannelijke en vrouwelijke bomen. Bij de mannelijke planten zijn de kleine bloemen vrijwel geheel verborgen in de geschubde katjes; de veel grotere vrouwelijke bloemen worden 2 centimeter breed en produceren geel tot oranje fruit. Elke vrucht bevat 1-3 zaden, elk ingesloten in een houtachtige, harde schil.

De boom heeft veel toepassingen: de vruchten zijn eetbaar, evenals de zachte wortels die door de jonge plant worden geproduceerd; vezels kunnen uit de bladeren worden gehaald; en het hout (waarvan bekend staat dat het termietbestendig is) kan in de bouw worden gebruikt. In de droge tijd vallen de grote bladeren met een harde klap op de grond als ze geheel zijn uitgedroogd. Deze zijn goed te gebruiken als aanmaakhout voor het koken en voor het maken van een Afrikaans kampvuur.

Naast de mango’s, die gedurende een groot deel van het jaar beschikbaar zijn, is de Borassus aethiopum, de kokosnoot van Zuid Sudan een bijzondere zegen waar veel mensen profijt van hebben.

Lees ook
Anbi Logo